Specifieke blootstellingen op de werkplek met nadelige gevolgen voor de gezondheid kunnen worden herkend en bewaakt via bedrijfsgeneeskundige controle en screening, door middel van:
- medische controles die zijn toegesneden op de blootstellingen en omstandigheden van de werkplek,
- biologische testen (waaronder biomonitoring) voor specifieke risico-indicatoren.
Programma's voor gezondheidsmonitoring moeten uitsluitend worden opgestart als ze leiden tot verbetering van bescherming en preventie van risico's, en als ze voldoen aan vier criteria: noodzaak, relevantie, wetenschappelijke waarde en doeltreffendheid. Doorgaans worden deze programma's georganiseerd door bedrijfsgeneeskundige diensten. Door de International Commission on Occupational Health Code of Ethics zijn ethische criteria voor gezondheidsmonitoring gespecificeerd.
In sommige Europese richtlijnen en in nationale wetgeving zijn de inhoud en methodologie van gezondheidsmonitoring voor specifieke factoren voorgeschreven. Er moet documentatie worden bijgehouden en de werknemers moeten van de resultaten op de hoogte worden gehouden. Omdat deze informatie vertrouwelijk is, wordt de werkgever echter alleen op de hoogte gesteld van de geschiktheid van de werknemers om te werken en van eventuele maatregelen die op de werkplek moeten worden genomen.
Ook de vereisten voor het beschikbaar maken van gegevens over bewaking en gezondheidsmonitoring en de specifieke regels voor het bijhouden van documentatie zijn in de richtlijnen vastgelegd. In de richtlijn carcinogene en mutagene agentia is bijvoorbeeld bepaald dat dossiers veertig jaar moeten worden bewaard.