In 2019 viert het Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk (EU-OSHA) 25 jaar succesvolle opbouw en mobilisatie van een pan-Europees netwerk van partners die zich allemaal inzetten om werkplekken in Europa veiliger, gezonder en productiever te maken.
Kofi Annan, in zijn toespraak ter gelegenheid van de Workers’ Memorial Day, New York, 28 april 2002
Veiligheid en gezondheid op het werk (VGW) was van meet af aan een wezenlijk onderdeel van het Europese project. De Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS), het fundament van wat later de Europese Economische Gemeenschap en vervolgens de Europese Unie (EU) zou worden, werd in 1951 opgericht en bracht de Europese kolen- en staalindustrie samen om een gehavend Europa te herstellen en een gezamenlijke toekomst na te streven. Twee van de gevaarlijkste werkomgevingen van die tijd stonden daarbij plotseling centraal. Dit gaf aanleiding tot een van de hoofddoelstellingen van de EGKS: het waarborgen van "de gelijkstelling en verbetering van de levensomstandigheden van de werknemers" in deze sectoren.
Het duurde echter tot 1985 voordat de drieledige VGW-benadering in Europa in een stroomversnelling kwam. Dankzij het initiatief van Jacques Delors, destijds voorzitter van de Europese Commissie, kreeg het begrip "sociale dialoog" in de EU een wettelijke grondslag, wat in 1989 de weg vrijmaakte voor de publicatie van de Kaderrichtlijn (89/391/EEG), die in 2019 haar 30e verjaardag toe was. Deze belangrijke mijlpaal voor veiligheid en gezondheid op het werk heeft niet alleen voor minimale veiligheids- en gezondheidseisen in de EU gezorgd, maar heeft ook het een centrale plaats gegeven aan het revolutionaire begrip “risicobeoordeling”.
In het kielzog van de kaderrichtlijn lanceerde de Europese Commissie een Europese campagne om veiligheid en gezondheid op het werk en de schadelijke effecten van onveilige werkomgevingen in de schijnwerpers te zetten: 1992 werd uitgeroepen tot het Europees Jaar voor de veiligheid, de hygiëne en de gezondheid op het werk. Dit was een reactie op de schokkende cijfers over Europese werkplekken: in het begin van de jaren ‘90 werden jaarlijks 4 miljoen arbeidsongevallen gemeld, waarvan 8 000 met dodelijke afloop, die Europa 20 miljoen euro kostten. Het Europees Jaar had tot doel om ruimere bekendheid te geven aan VGW-risico's en de wetgeving, en om de aandacht te vestigen op het werk dat wordt verricht om de veiligheidsnormen te verbeteren.
Het Europees Jaar 1992 en de toenemende hoeveelheid wetgeving inzake veiligheid en gezondheid op het werk legden de basis voor de oprichting van een agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk: EU-OSHA.
Het besluit tot oprichting van het agentschap werd genomen op een top van de Raad in oktober 1993, en in 1994 werd Verordening (EG) nr. 2062/1994 tot oprichting van EU-OSHA aangenomen. In 2019 werd een kleine wijziging van deze verordening van kracht.
Hans-Horst Konkolewsky, voormalig directeur van EU-OSHA
Sinds het vroegste begin stond EU-OSHA op één lijn met de VGW-strategieën van de EU en de Europese Commissie, en heeft het een belangrijke rol gespeeld in deze strategieën en de daarmee samenhangende communicatie.
De missie en de visie van EU-OSHA waren van meet af aan duidelijk:
- ontwikkelen, verzamelen en verstrekken van informatie, analyses en instrumenten om de kennis te bevorderen, het bewustzijn te vergroten en informatie en goede praktijken op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk uit te wisselen
- een erkende leider zijn die veilige en gezonde werkplekken in Europa bevordert om te zorgen voor een slimme, duurzame, productieve en inclusieve economie.
Dat het agentschap deze doelstellingen de afgelopen 25 jaar heeft verwezenlijkt, kan worden toegeschreven aan zijn twee troeven: zijn netwerk van focal points en zijn drieledige manier van werken.
Het drieledige model maakt het mogelijk dat de standpunten van regeringen, werkgeversorganisaties en vakbonden worden gerespecteerd en vertegenwoordigd in de besluitvorming, wat EU-OSHA’s waarden van samenwerking en partnerschap versterkt. De combinatie van dit model met het uitgebreide netwerk van focal points en partners van EU-OSHA op nationaal niveau heeft een tweeledig effect gehad:
- Het heeft een essentiële rol gespeeld om tot een gemeenschappelijk inzicht te komen in de risico's op de werkplek en de manier waarop deze risico's in de toekomst moeten worden aangepakt.
- Het heeft het agentschap in staat gesteld om op doeltreffende wijze een cultuur van risicopreventie op de Europese werkplekken te ontwikkelen en te bevorderen.
Hierdoor zijn de arbeidsomstandigheden in de EU-lidstaten aanzienlijk verbeterd.
Op naar nog eens 25 jaar succesvol samenwerken om goede VGW-praktijken onder de aandacht te brengen en te bevorderen! Binnenkort volgen meer artikelen in deze reeks.